Over Rood en Geel Recessief


Het ging niet door, de clubshow in Essen van de Duitse Holle Kropper club. Er waren rond de 400 dieren beloofd, reden voor maatje Gerrit en mij om naar Duitsland af te reizen. Tenminste, dat wilden we. Afbericht in het midden van de week, maar tegelijkertijd ook weer wat anders. Norbert Potreck zou naar Vroomshoop komen om wat duiven op te pikken, bestemd voor een Duitse liefhebber. Gerrit, slim als hij is, wist meteen Potreck te strikken om te helpen zijn recessief rood en geel dieren te selecteren. Er waren dieren van een andere liefhebber naar Vroomshoop gekomen, deze dienden met een kennersblik bekeken te worden.
Gerrit en Norbert selecteren
Aangezien Gerrit tekort ervaring heeft in deze kleurslagen werd Potreck bereid gevonden te helpen. 

Potreck heeft de laatste 10 jaar, samen met grondlegger Franz-Josef Lutkehellweg, de kleurslagen rood en geel recessief in zowel bont als éénkleurig verder ontwikkeld. Ik had een paar jaar geleden al het genoegen eens een bezoek te brengen aan de familie Lutkehellweg met Amerikaanse duivenvrienden Larry Jolly en Fred Maenpa. Frans-Jozef vertelde dat hij ooit begonnen was om de kleurstaartbonten te ontwikkelen door zwartbonte Holle Kroppers te kruisen met een recessief rode Carneau, zoals de kenners weten, een Frans vormduiven(of vlees) ras.

Het selecteren van de nieuwe duiven op type en het inschatten van kweekwaarde op basis van type zou het probleem niet zijn, dit verschilt niet van de andere kleurslagen bij de Holle Kropper en moet ook leidend zijn.
Wat wel lastig is, is het bepalen van bruikbare dieren op basis van kleur. Naast een mooi type is het knap lastig om de juiste fokdieren op basis van kleur te selecteren. Daarnaast dient men wat anders om te gaan met de paringen voor de bonte kleurslagen, deze is lastiger dan de al bekende bonte kleurslagen. Dit omdat er andere rassen nodig waren om recessief rood en geel bont te realiseren. Voor de ingewijden staan deze kleurslagen ook bekend als de kleurstaarten. Het betekend tegelijkertijd dat de genoemde kleurslagen nog lang niet vastgelegd zijn, er is door de kruisingen een te grote diversiteit in het genen pakket. De beschikbare Holle Kroppers in deze kleuren voldeden niet bij aanvang van het realiseren van de "kleurstaart" bonten.

Een compleet verslag is haast onmogelijk, de kennis die wordt gedeeld in een korte tijd laat geen ruimte om alles snel op te schrijven, helaas, geen voicerecorder.

Belangrijkste punten:
Zorg voor voldoende diep intensief gekleurde rode dieren, zij zijn de basis voor de fok van deze kleurslagen. Zorg ook dat de partners voor deze dieren zo intensief mogelijk gekleurd zijn. Rode dieren die blauw of grauw laten zien in de staart en in de stuurveren onder de staart moeten uitgesloten worden, Norbert refereert aan het aanwezig zijn van de dominant rode kleurslag, volgens hem de veroorzaker van deze aanslag in de kleur.
De aanslag mag overigens ook bij de gele dieren niet aanwezig zijn.
Zorg voor dieren die geen schilf of schimmel in de dekveren, mantel en slagpennen laten zien, de schimmelfactor zal de intensiteit van de kleur vervagen, wegfokken is welhaast niet mogelijk.
Dieren met donkere snavels verraden ook de aanwezigheid van de dominant rode kleurslag, deze dieren gebruiken zorgt ook voor veel terugkerende problemen.
De oogkleur van de dieren moet intensief zijn, bekend gegeven in alle facetten van de duivensport, minder intensief, minder vitaal en dus afbraak van de beschikbare genen pool.

Twee goed getekende bonten tegen elkaar levert dieren op die teveel wit laten zien, overtekend zijn in vaktermen. Oorzaak, de tekening in bont ligt onvoldoende vast door eerdergenoemde kruisingen.Voor de bonte dieren in deze kleuren:
Bij voorkeur een goed getekend dier paren aan een dier wat witte slagpennen heeft. Grote kans dat hieruit al goed getekende dieren geboren worden.
Dieren die witte veertjes laten zien boven de snavel niet gebruiken voor de fok, zij zullen binnen een paar generaties dieren met een complete bles voortbrengen. 

Eigenlijk was het niet verantwoord, de bijna anderhalf uur vanuit Friesland naar Vroomshoop, natte sneeuw en gladheid onderweg. Maar het was de moeite, ik heb veel geleerd over deze mooie kleurslagen, nu maar hopen dat ook in Nederland een mooie basis ontstaat om de recessief rood en gele dieren, ook wel sierduiven rood en geel genoemd, een vaste plek onder de Nederlandse fokkers te bezorgen, na jaren een ondergeschoven kindje te zijn geweest.

Let wel, de Holle Kropper is en blijft een type dier, deze kleurslagen geven wel een extra dimensie en uitdaging aan de hobby. Wie durft?


En ja, de ontvangst was weer allerhartelijkst, bedankt Annie!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten